Autofabrikant General Motors hoeft niet te betalen voor het gebruik in een advertentie van een afbeelding van Albert Einstein met een e=mc2-tatoeage op zijn schouder en de begeleidende tekst ‘Ideas are sexy too’. Dat heeft een rechtbank in Californië bepaald. De rechtszaak was aangespannen door de Hebreeuwse Universiteit van Jerusalem, die de rechten op het werk van Einstein bezit.
Vele miljoenen
De universiteit , die de rechten in 1982 overgedragen kreeg van de Albert Einstein Estate, briep zich beroepen op de imago-rechten (Right of Publicity) van Einstein. De organisatie verdient jaarlijks vele miljoenen aan het gebruik van afbeeldingen van Einstein.
Right of Publicity tot 50 jaar na de dood
Voor het gebruik van de advertentie van GM krijgt de universiteit echter geen vergoeding. Volgens de rechter moet bij het Right of Publicity in de Verenigde Staten gekeken worden naar het recht in de staat waar de betreffende persoon zijn woonplaats had. Voor Einstein was dit New Jersey, waar hij op het moment van zijn overlijden in 1955 woonde. In deze staat geldt dat Publicity Rights 50 jaar na de dood ophouden. Dat is voor Einstein dus 2005 en daarom staat de universiteit met lege handen.
Situatie in Nederland
In Nederland had de universiteit al helemaal niet hoeven te rekenen op enige vergoeding voor een dergelijke advertentie. Wij kennen hier geen Right of Publicity, maar wel het Portretrecht. ‘Dat is enigszins vergelijkbaar met het Amerikaanse Right of Publicity. Echter, Nederlandse portretrechten gelden maar tot 10 jaar na de dood. Dus daar komen Einstein en de universiteit niet ver mee. / October 2012