Face in the crowd
De merkregistratie van het hoofd van Smit werd eind 2023 door het Europese merkenbureau EUIPO geweigerd omdat het niet onderscheidend zou zijn. Het merkenbureau noemde zijn hoofd onder andere een ‘face in the crowd’.
Beroep
Dat pikte de zanger niet en dus tekende hij beroep aan tegen deze weigering bij de Board of Appeal van EUIPO. Recent liet de Board weten dat het de zaak niet zelf gaat behandelen, maar doorverwijst naar de Grand Board of Appeal. Deze Grand Board, het hoogste beslissingsorgaan van het Europese merkenbureau, bestaat uit een college van 9 gespecialiseerde rechters.

Tegenstrijdige beslissingen
Smit heeft deze speciale behandeling te danken aan het feit dat er bij het merkenbureau zelf veel onduidelijkheid bestaat over de mogelijkheid van merkregistratie van menselijk hoofden. Het bureau heeft de laatste tijd op dat front wat tegenstijdige beslissingen gegeven. Zo weigerde het de afgelopen jaren de registratie van een groot aantal hoofden van Nederlandse modellen. Volgens het bureau waren die hoofden niet onderscheidend. Toch ging een aantal dames in beroep en kreeg begin 2023 alsnog gelijk, hun merkregistraties werden geaccepteerd. Echter, vervolgens werd een paar maanden later de registratie van het hoofd van Jan Smit toch weer naar de prullenmand verwezen.
Portretrecht?
Het is nu aan de Grand Board om duidelijkheid te verschaffen: waar staan we in Europa? is een menselijk hoofd geschikt om als merk te functioneren? Kan je een hoofd nu wel of niet als merk registreren?
Mocht het beroep van Smit succesvol zijn, dan krijgt de zanger zijn gewenste Europese merkregistratie. Echter, het is wel vraag of hij daar echt veel wijzer van wordt. Immers, als Smit zich wil verzetten tegen commercieel misbruik van zijn hoofd dan heeft hij al een stok om de hond te slaan: het portretrecht. Op basis van zijn portretrecht kan Smit ook in Europa nu al vrij eenvoudig optreden tegen misbruik van zijn hoofd, daar heeft hij zo’n merkregistratie niet voor nodig. Sterren als Ronaldo en Messi doen het tenslotte ook al jaren zonder portretmerk.

Lijkt jonge Jan op oude(re) Jan?
Een ander interessant aspect is dat de merkregistratie in kwestie al in 2015 door Smit werd aangevraagd. Om een of andere reden is de procedure van de registratie erg vertraagd. Het gevolg hiervan is dat de aangevraagde registratie een foto betreft van een duidelijk jonge Smit. De Smit die we anno 2024 kennen oogt toch echt anders, wat voller en volwassener, om het zo maar te zeggen. Mocht iemand zonder toestemming een afbeelding van de huidige Jan Smit in zijn reclame gebruiken dan is het de vraag of Smit iets aan zijn registratie heeft. Is er nog wel voldoende gelijkenis met het merk uit 2015? Zal de consument de Jan Smit uit 2015 verwarren met de Jan Smit uit 2024?
De uitspraak van de Grand Board of Appeal kunnen we in de loop van 2025 verwachten.
Bas Kist
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Volkskrant