Hoewel de eerste Sherlock Holmes-verhalen al meer dan 100 jaar oud zijn, is de detective nog steeds ongekend populair. Toen één van zijn grootste fans, de Amerikaanse schrijver Leslie Klinger, vorig jaar een boek wilde samenstellen met nieuwe Sherlock Holmes-verhalen, kreeg hij het aan de stok met de erven van de schrijver, verenigd in de Arthur Conan Doyle Estate, die een licentievergoeding eisten.

Publiek domein?

Hoezo licentie? In de Verenigde Staten geldt toch dat werken die vóór 1923 zijn gepubliceerd sowieso in het publieke domein vallen? En vrijwel alle Holmes-boeken verschenen vóór 1923, zo voerde Klinger aan. Maar daar hadden de erven iets op gevonden. Het mag zo zijn dat Sherlock Holmes vóór 1923 is gecreëerd, het karakter van Holmes is zich blijven ontwikkelen in de boeken die ná 1923 verschenen. En een karakter is pas klaar als het laatste boek is verschenen en dus blijft Sherlock Holmes voorlopig beschermd onder het auteursrecht, aldus de erven.

Rechtszaak: eens houdt het op

Klinger pikte het niet en stapte naar de rechter. Eind vorig jaar kreeg hij gelijk. Niet alleen Holmes, maar ook Watson en allerlei andere elementen die vóór 1923 zijn gepubliceerd, vallen gewoon in het publieke domein en kunnen onbeperkt gebruikt worden. Eens houdt het op.  25-06-2014