Auteursrechten
Volgens Hayden bezit hij nog steeds de auteursrechten op de tatoeages die hij in 2007 en 2008 aanbracht op de schouders van Lebron James. Hij heeft hiervoor zelfs copyright registraties in VS laten verrichten. Door deze tatoeages zonder zijn toestemming in het spel te tonen maakt Take-Two volgens Hayden inbreuk op zijn rechten.
Impliciet toestemming
Maar de rechter betwist helemaal niet dat de auteursrechten op de tattoos bij Hayden liggen. Echter, volgens de rechter kun je uit alle omstandigheden afleiden dat Hayden impliciet toestemming – licentie- heeft gegeven voor het gebruik van de tatoeages. Er is sprake van een zogenaamde ‘implied licence’, aldus de rechter. Maar wat zijn dan die omstandigheden?
Hayden bekend met NBA-praktijk
Spelers in de NBA, de National Basketball Association, de meest prestigieuze basketbalcompetitie ter wereld, geven altijd expliciet toestemming aan de NBA om hun namen en portretten tegen vergoeding commercieel ‘uit te lenen’ aan partijen als Take-Two. Ook Lebron James was zo al twee keer, voordat hij door Hayden getatoeëerd werd, in een NBA 2K-video verschenen. Hayden, die al eerder tattoos had gezet bij NBA-spelers die in het NBA 2K-spel figureerden, moet op de hoogte zijn geweest van deze NBA-praktijk. Zijn stelling dat hij – zelf een basketbal-fan – niet bekend was met populaire NBA 2K-videospel, kwam dan ook niet geloofwaardig over.
Implied license
Tegen deze achtergrond is er volgens de rechter sprake van een zogenaamde ‘ implied license’: ongeschreven toestemming om een werk te gebruiken, die wordt afgeleid uit de omstandigheden en het gedrag tussen partijen, aldus de rechter. Met zijn uitspraak bevestigt de rechter wat een jury ook al in april van dit jaar had vastgesteld.
Vrijheid getatoeëerd lichaam delen
Bij nieuwsdienst van Reuters liet de advocaat van Take-Two weten dat de beslissing heel belangrijk is voor de entertainmentindustrie en “iedereen die ooit een tatoeage heeft laten zetten en zich anders zorgen zou maken over hun vrijheid om hun lichaam met hun tatoeages te delen.”
Bas Kist