Eenvoudige handelsnaamzaak
Eigenlijk gaat het hier gewoon om een eenvoudige handelsnaamkwestie: MRCAR gebruikt de naam als eerste en komt dan de website van een andere autohandelaar tegen die onder de naam MRCARS naar buiten treedt. Dat pik ik niet, denkt MRCAR, en stapt naar de rechter. Een logische stap.
Sterk overeenstemmend
Als je de uitspraak van 1 maart 2024 leest lijkt het in eerste instantie ook de goede kant op te gaan. De kantonrechter stelt vast dat MRCAR de oudste handelsnaamrechten bezit. Vervolgens laat de rechter weten dat MRCAR en MRCARS visueel en in klank ‘sterk met elkaar overeenstemmen’. De namen wijken ‘slechts in geringe mate van elkaar af’, aldus de rechter. Eens!
Aard ondernemingen verschillend?
Maar dan komt het: volgens de rechter verschilt ‘de aard’ van beide ondernemingen? Hmmm, het gaat hier toch gewoon om twee autoverkopers? Dat klopt, maar het gaat om auto’s ‘uit een verschillend segment’, aldus de rechter. ‘MRCAR biedt met name middenklasse auto’s aan met een bouwjaar 2018/2022 en af en toe een luxeauto, terwijl MRCARS juist vaak auto’s verkoopt met een bouwjaar van 2005 en soms eind jaren ’90, met prijzen tussen € 500,- en € 10.000,-.‘ Kortom ‘partijen bieden dus geen soortgelijke diensten aan’, zo oordeelt de rechter. Daarom is er geen verwarringsgevaar.
Goede kans in beroep
Is dat nu niet heel erg kort door de bocht? Het gaat naar mijn mening veel te ver om de aard van de ondernemingen hier ‘verschillend’ te noemen omdat er auto’s uit verschillende bouwjaren en andere prijsklasse worden verhandeld. Het is aan beide kanten toch gewoon verkoop van tweedehands auto’s? Was het gegaan om de verkoop van gloednieuwe Rolls Royces versus de handel in tweedehands koekblikken, dan had ik er nog enig begrip voor op kunnen brengen. Nee, wat mij betreft ligt verwarring hier gewoon op de loer en zouden er in beroep goede kansen moeten zijn voor MRCAR.
Bas Kist