Face in the crowd

In zijn beslissing van 19 december 2023 zegt EUIPO het merk te weigeren omdat het niet meer is dan een ‘natuurgetrouwe weergave van het hoofd/ gezicht van een man’. En dat gewone hoofd mist volgens EUIPO een cruciale eigenschap van een merk: onderscheidend vermogen. Dat had misschien anders kunnen zijn als het hoofd van Jan een bijzonder of opvallend kenmerk had gehad. EUIPO noemt als voorbeelden Barbra Streisand met haar opvallende neus en het interessante kapsel van Donald Trump. Echter, het hoofd van Jan ‘vertoont geen bijzondere kenmerken qua ogen, neus, mond, oren of haar’, aldus EUIPO. Het is een ‘face in the crowd’.

Jan Smit
Europees merkdepot nr. 14711907: geen onderscheidend hoofd

Bekend

Ja maar ik ben toch heel bekend, sputterde Jan nog tegen. Dat maakt mijn hoofd als merk toch onderscheidend? Oh ja?, antwoordde EUIPO. Toon dat dan maar eens aan. Bedenk daarbij wel Jan, dat je een Europese registratie hebt aangevraagd. Dat betekent dat je je bekendheid als merk moet aantonen in de hele Europese Unie.

ZBN’er: Zeer Bekende Nederlander

Dat was natuurlijk een brug te ver voor Jan. Volgens EUIPO kan de persoon Jan Smit wél beschouwd worden als ‘een zeer bekende Nederlander’ (ZBN’er?). ‘Jan Smit behoort als zodanig tot het cultureel erfgoed’, aldus het Europese merkenbureau. Zo! Steek die maar in je zak Jan! Echter, Europese merkbescherming krijg je er helaas niet mee want in de rest van Europa is Jan volgens EUIPO verder niet of nauwelijks bekend. In ieder geval zal het leeuwendeel van de 500 miljoen Europeanen geen merk zien in het hoofd van Jan.

Barbara Streisand Donald Trump
Neus of kapsel kan hoofd onderscheidend maken?

Is dat erg?

Dus helaas krijgt Jan geen merkbescherming voor zijn hoofd. Maar hoe erg is dat? Even los van deze zaak, is het in het algemeen de vraag wat het nut is van het registreren van een bekend hoofd als geregistreerd merk. De meeste landen bieden onder aanduidingen als portretrecht, image rights, of personality rights bescherming tegen misbruik van bekende hoofden. Daar heb je geen merkregistratie voor nodig. Natuurlijk, je kunt wel wat meer theoretische voordelen verzinnen van zo’n merkregistratie, maar ook zonder registratie is Jan goed gedekt en kan hij prima commerciële contracten afsluiten met fabrikanten van kussenslopen, agenda’s of lingerie. Wereldsterren als Messi en Ronaldo doen het tenslotte ook al jaren met enig succes zonder portretmerk.

Lange wachttijd

Wat opvalt is dat de registratie-aanvraag dateert van bijna 8 jaar geleden (2015). Waarom EUIPO pas nu zijn weigering heeft uitgesproken, is onduidelijk. Het legt ook meteen een kwetsbaar punt van een portretmerk bloot: in het merk van 2015 zien we een jonge, strakke Jan. Leg je dat naast de huidige Jan, dan is er nogal wat veranderd. Logisch, ook bij Jan gaan de jaren natuurlijk een beetje tellen. Maar hebben we het dan nog wel steeds over hetzelfde merk?

Jan Smit
Is dit nog hetzelfde merk?

Zeven onderkinnen

En wat te denken van die opmerking van EUIPO dat een hoofd met een opvallend kenmerk, zoals het kapsel van Trump, mogelijk wél onderscheidend vermogen bezit en een merkregistratie kan krijgen. Begrijp ik het goed dat als Jan extreem lange oorlellen zou hebben, zeven onderkinnen of giga konijnentanden, zijn hoofd dan misschien wel voldoende onderscheidend zou zijn voor een plekje in het merkregister? Tsja, dat is dus eigenlijk gewoon pech voor Jan.

Bas Kist

Dit artikel werd op 4 januari 2024 gepubliceerd op Adformatie

Afbeelding van DjurvinH (CC BY-SA 4.0) via Wikimedia Commons.

Bas Kist is mede-oprichter van Merkenbureau Chiever. Hij schrijft regelmatig artikelen over merken- en auteursrecht in de Volkskrant en Adformatie. Daarnaast is hij docent bij de European Institute for Brand management EURIB.